Ruimtelijk experiment: een gequilte schaal
Anderhalf jaar geleden begon ik met de tweejarige Textile Art-opleiding bij de DIY Textile School. Op dat moment dacht ik dat ik vooral een art quilter was, of eigenlijk: iemand die wandkleden maakte van lapjes.
Echter, de opleiding geeft zo veel inspiratie en heeft me zo verrast. Het zet me aan tot veel meer spelen, experimenteren, onderzoeken, verkennen. Want: wat kan er gebeuren? De tijd en ruimte om te spelen neem ik heel serieus, de uitkomst veel minder. En gek genoeg wordt daardoor de uitkomst des te verrassender. Ik denk dat dit zo werkt bij veel meer mensen, dus wil ik hier een experiment beschrijven, ter inspiratie.
Schalen en kommen
De laatste tijd ben ik nogal gefascineerd door schalen en kommen van textiel. Vorige maand heb ik een kom gemaakt (zie foto hierboven) door lapjes te punchen (naaldvilten met een machine). Dat ging best goed. Ik wilde weten of dit ook met de quilttechniek mogelijk was, dus ben ik maar gewoon begonnen.
Op internet heb ik verschillende voorbeelden gevonden van ruimtelijke vormen die gequilt zijn. Meestal is dat over een platte lap die wordt gequilt en daarna tot een ruimtelijke vorm gevouwen en genaaid. Dat is niet wat ik wil maken, ik wil meteen de ruimtelijke vorm maken, en die quilten. Daarom begin ik met een vorm te maken van de vulling.
Mijn proces: de basisvorm
Eerst heb ik een patroon gemaakt van een cirkel met een diameter van 37 cm, waar 8 inkepingen van 13 cm in gemaakt worden. Dit patroon werkte prima voor de gepunchte kom. Als vulling heb ik een goedkoop matrasdek van IKEA gebruikt. Dit is een dunne vulling met aan weerskanten stof. Je kunt ook gewone quiltvulling gebruiken en aan weerskanten een dunne stof vastrijgen.
Het patroon heb ik op de vulling overgetekend, de ronde vorm uitgeknipt en rondom met een zigzag gestikt. Langs de inkepingen is gestikt met een rechte steek om te voorkomen dat de vulling en stof gaan schuiven. Vervolgens kunnen de 8 inkepingen geknipt worden, dat zijn de rode lijnen tot waar ze de schuine zwarte lijn kruisen.
Als alle acht lijnen geknipt zijn, kun je de kom in elkaar spelden. Vervolgens is het zoeken naar de juiste vorm. De overlap aan de bovenkant tot de potloodlijn is 5,5 cm.
Op de eerste foto is te zien dat de kom hoog wordt, en op de tweede foto is de kom lager. De spelden bovenin zijn niet verplaatst, maar de ruimte onderin is ruimer genomen. Zo kun je onderzoeken welke vorm je wilt hebben.
Nu is het aan te raden de kom niet te hoog te maken, want dan wordt het wel heel lastig quilten (de hele kom moet immers onder de naaivoet). Daarom heb ik de overlap bij de inkepingen flink kleiner gemaakt: 3 cm in plaats van 5,5 cm. Je ziet op de foto hieronder de afstand van de spelden tot de potloodlijnen. Dit geeft meer een schaalvorm. Ook de inkepingen heb ik 2 cm korter gemaakt door rond de bodem met een zigzag de naden weer dicht te naaien.
Ik ben tevreden over de vorm. De naden worden aan beide zijden gestikt met een gestikte zigzag. De basis is nu af.
Proces: de buitenkant
Nu kunnen de lapjes op de schaal. Begin aan de buitenkant. Leg je basisvorm over een schaal uit de keuken, dan heb je houvast bij het lijmen. Ik heb eerst alle lapjes gespeld en zo de kleurverdeling opgebouwd.
Toen alle lapjes een plek hadden gekregen, heb ik ze vastgelijmd met Tacky Glue van Aleene’s. Dit is een fijne dikke witte hobbylijm. Als de lijm te waterig is, komt het door de stof heen en droogt het te langzaam. De lapjes moeten wel even een paar tellen aangedrukt worden en laten toch nog makkelijk los (misschien ook omdat het vooral synthetische stoffen zijn). Hoe dan ook: het is nogal een geklieder. Ik heb kleine gedeelten gedaan en die laten drogen voordat ik verder werkte. Achteraf had ik beter de lapjes meteen kunnen lijmen, zonder eerst te spelden. Vergeet niet om ook lapjes over de rand te lijmen. Laat het geheel goed drogen.
Ik wil de schaal in één keer quilten, dus de binnen- en buitenkant krijgen in één beweging sierstiksel. De binnenkant is het meest zichtbaar, dus die wil ik kunnen zien met het quilten. Dan kan ik randjes van lapjes die per ongeluk tijdens het quilten omklappen op tijd terugslaan en netjes vastnaaien.
Maar de buitenkant kan ik niet in de gaten houden. Daarom besluit ik om rond de buitenkant zwarte tule te doen. Dat voorkomt dat lapjes dubbel kunnen klappen en geeft een gladde onderkant met het quilten. Andere opties zijn: organza, vitrage, alles wat transparant is. De tule heb ik eerst met knijpers vastgezet, dat werkt lekker snel.
De tule heb ik niet ingeknipt (want dan zijn er weer randen die kunnen omklappen), maar als één geheel om de schaal gespannen. Dat heb ik iets te strak gedaan, zodat er later kleine plooien in de bodem zijn ontstaan. Het moet dus wel strak, maar weer niet te veel. Langs de rand zijn de plooien van de tule gelijkmatig verdeeld.
Vervolgens is de rand vastgespeld en vastgenaaid. Dit heb ik in free motion gedaan, in het motief dat ik voor de hele schaal wil gebruiken. Hetzelfde quiltgaren zit in de onderspoel en op de machine, zodat aan beide kanten dit mooie glanzende garen zichtbaar is.
Nu kan de tule bijgeknipt worden en is de buitenkant voor nu klaar.
Proces: de binnenkant
De binnenkant is nu makkelijk: ook weer lapjes vastlijmen op dezelfde manier. Hier heb ik voor de bodem dezelfde donkere tinten als de buitenkant gebruikt, en op de randen lichte tinten en goud en glimmende stoffen.
Bouw de kleuren rustig op. De lichte lapjes zijn de basis voor transparante organza’s en glittergaas die er overheen komen. Deze transparante stoffen geven veel diepte aan de kleuren. Je kunt ze deels laten overlappen, wat mooie kleurmengingen geeft. Helaas bleven de organza’s niet vastzitten met lijm, dus die heb ik gespeld.
.
Toen ik tevreden was over de kleuren aan de binnenkant, kon het quilten beginnen.
Ik had vooraf al gekozen voor free motion quilten in een eenvoudig patroon. Ik ben nog niet erg goed in free motion quilten, dus een simpel krullenpatroon op een schaal met spelden is voor mij uitdaging genoeg.
Je kunt het natuurlijk ook gewoon met een rechte steek en een normaal voetje quilten in een rondgaande beweging. Maar ja, ik hou van een uitdaging.
Eerst heb ik globaal met de krullende lijn over alle vastgespelde lapjes gequilt, zodat ik de spelden weg kon halen. Dat werkt al veel fijner, zonder spelden.
Vervolgens kan de rest gequilt worden. Bij het quilten hoef je je geen zorgen te maken over een rare bocht of lelijke krul: dat zie je niet meer in het geheel.
Het is wel een beetje een geworstel onder de naaimachine, maar rustig aan, dan komt het goed. Gewoon alle lege plekjes vullen met een zo gelijkmatig mogelijk patroon en regelmatig het overzicht houden.
Nog een tip: gebruik toch maar geen gebreide stof bij de lapjes zoals ik gedaan heb: dat is veel dikker dan de rest, waardoor je je voethoogte steeds moet aanpassen.
Als alle lapjes goed vastzitten en het quiltpatroon gelijkmatig verdeeld is over de schaal, is het af. Door de vulling, de lijm en het quiltwerk is het een stevige schaal geworden.
Voor mij is deze schaal een basis om verder mee te werken met weef- en vlechtwerk.
Maar je kunt natuurlijk meer doen: een bies langs de rand. Of kraaltjes en borduursel toevoegen. Of er een hoedje van maken. Of …….
Leef je uit!
Ytsje Tilma
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!