Improv-quilt

Door: Gerie Lammers

Moderne insteek

Hoi, daar ben ik weer, Gerie. Dit keer weer met een echt moderne insteek. Ik wil het graag een paar keer hebben over improv-quilten. Ik ben daar zelf het afgelopen jaar wat meer mee bezig geweest en ik moet zeggen, deze stijl bevalt mij prima. “Wat is improv-quilten eigenlijk?” is een vraag die mij het afgelopen jaar meerdere keren is gesteld. Wel, het betekent zoveel als improvisatiequilten. Je hebt van tevoren geen patroon, geen vooropgezet plan, en geen duidelijk beeld van hoe je quilttop gaat worden. Voor sommige mensen is dat een ingewikkeld concept, omdat er op het eerste gezicht geen houvast is. Maar die houvast kun je zelf inbrengen. Ja, jij ook, echt waar.

Het aller-, àllergrootste voordeel van het werken zonder vaststaand plan is, dat het dus ook nooit fout is, wat je doet. Het is altijd goed. Vaak niet zoals gaandeweg misschien toch in je hoofd is ontstaan, maar altijd goed.

Houvast

Hoe kun je jezelf houvast bieden?
Stap 1. Het kiezen van stofjes. Het maakt niet uit wat een ander ervan vindt, als jij je kleurtjes mooi vindt, zijn ze goed. Om veilig te gaan, kun je altijd kiezen voor een lichte (lowvolume) achtergrond.
Stap 2. Kies een vorm. De meest simpele vorm in tekenen is een punt, maar dat is met quilten wat lastiger. We gaan dus voor een rij punten. Een rij punten vormt ……. Jawel, een lijn.
Voor deze quilttop heb ik een stapel lowvolume ( heel erg lichte kleur, wit of wit-lijkend, eventueel met printje) lapjes gepakt, en wat gekleurde lapjes uit mijn restjesmandje.
Stap 3. Het kiezen van een hoeveelheid start blokjes. Ik kies voor tien.

Aan de gang

Eerst een lowvolume (achtergrond) lapje pakken en 1x doorsnijden. Dat mag met een lineaal, maar dat hoeft niet. Het doorsnijden kan op de helft van je lapje, maar ook op een derde, of een vierde, net wat jij leuk vindt. Ik heb ongeveer in het midden gesneden, zo recht mogelijk. Maar je mag natuurlijk gerust schuin, of wiebelend. Net wat jij op dat moment interessant vindt. Van een gekleurd lapje snijd ik een strookje. Dat strookje naai ik tussen de beide achtergronddelen.

 

 

Dit is een dikte van strookje dat ik prettig vind naaien, maar het is misschien ook aardig met een dunner lijntje (foto linksonder) of juist een hele dikke lijn (foto rechtsonder).

 


Dat kun je zo vaak herhalen, met dezelfde stofjes, of andere stofjes, als je wilt.

Misschien is twee lijnen boeiend (foto linksonder), twee dunne lijnen (foto midden onder) of twee dikke lijnen (foto rechtsonder).

 

 

Dikke en dunne lijnen bij elkaar, afwisselend, oplopend in dikte, de mogelijkheden zijn eindeloos.

Nog meer lijnen in een blokje (foto linksonder) en lijnen met diverse kleuren lapjes (foto rechtsonder).

 

 

Rechthoekig

Tijdens het naaien blijven mijn blokjes niet rechthoekig, omdat ik zonder liniaal gesneden heb en niet kaarsrecht. Dat geeft niks, want ik kan de blokjes later nog rechthoekig maken. Hé, ik heb maar acht blokjes. Nou, dan start ik dus met acht. Het maakt niet uit, want het is altijd goed. Na het strijken maak ik de blokjes rechthoekig. Rechthoekige blokken is namelijk een stuk gemakkelijker wanneer ik over een tijdje, bijvoorbeeld over een maand of twee, blokjes aan elkaar ga naaien, tot een top. Nu gewoon lekker snijden en naaien. De komende tijd maak ik af en toe acht tot tien blokjes per keer met de bovengenoemde lijnvariaties. Over een maand of twee ga ik met alle blokjes die ik dan heb gemaakt, een spannende top puzzelen. Misschien komen alle blokjes in de top, misschien niet. Doe je mee?

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *