Feesthoedjes
Feesthoedjes
Nou, dàt is een prikkelende uitdaging dacht ik toen ik de blog las over feesthoedjes dragen naar de ATT in Deventer in september!
Ik ben altijd een beetje lastig als het gaat om “iets op mijn hoofd”. Ik vind dat vervelend, en dat was eigenlijk altijd al zo.
Mooie hoedjes voor een gelegenheid, coole petten, warme mutsen, NO THANK YOU!
En feesthoedjes vind ik eigenlijk al helemaal te genânt voor woorden.
Als echte Drent denk ik dan, “doe maar gewoon, dan doej al gek genog.”
Feesthoedjes-challenge
Toch heb ik me eens laten uitdagen voor het maken van een feesthoedje!
Dat was met een challenge voor het 25-jarig jubileum van Kaffe Fassett
We moesten een gek hoedje maken, een “Fassetnator” waarbij we helemaal los konden gaan.
Natuurlijk moest je wel Kaffe Fassettstoffen gebruiken.
Nou, dat leek me wel wat, al had ik dat nog nooit gedaan.
Dus… even broeien, nadenken, tekenen, en daar was mijn “happy cappy”!
Eigenlijk maar 2 patroondelen: een groot en een klein. Het werd een superleuk hoedje.
Ik kreeg een soort troostprijs, maar er kwamen vanuit Australië en Amerika meteen 8 bestellingen…
Te gek toch. Mensen droegen het vooral op hun verjaardag!
Bij ons thuis niet.
Mijn man vindt het geen goed idee dat ik ‘m draag. Dat snap ik best… en gezien mijn afkeer van iets op mijn hoofd was dat ook geen lastige!
Voor de foto was het leuk. Toch?!
Feesthoedje met nut
Maar toch… heb ik met mijn anti-hoofddekselgevoel één probleempje.
Met mijn razend lichte huid verbrand ik flink. Snel, en erg.
Tot blaren aan toe. En heb je weleens je hoofdhuid verbrand? Je scheiding? En de rand van je oren?
In zo’n mate dat het helemaal strak donkerrood is? En dat dan de huid knapt?
Héél erg auw.
Kortom, in de zon moet er iets op.
En niet alleen factor 50, maar ook lange mouwen, dunne broeken, èn… een hoedje.
Dus, op vakantie in Amerika kopen we meestal een tijdelijk hoedje voor mij bij de Walmart.
Ach, en wie kent m’n gat in deze stad, op vakantie kun je rustig ongestraft gek doen denk ik dan.
Ik had op een gegeven moment een mooie knalroze zonnehoed.
Die neem ik volgend jaar weer mee dacht ik.
Maar ja.
Vergeten natuurlijk.
Het ontstaan van mijn “preppy cappy”
Dus, bij het eerste Walmartbezoek, weer een nieuwe hoed.
Ze hadden helaas alleen maar stomme hoedjes in de vrouwenafdeling.
En ik ga namelijk ècht niet met een stom hoedje oplopen.
Dan maar naar de mannenafdeling.
Een heus Budweiserhoedje voldeed aan alle eisen: touwtje tegen wegwaaien, breed genoeg voor de oren, en het model ging best.
Wèl een saaie vissersuitstraling.
Wat doen wij dan, als echte quilters?
Juist.
We zoeken een leuke quiltwinkel, kopen een paar gave fat quarters, garen en goeie borduurnaalden, nemen plaats in de auto, knippen het eerste lapje, naaien dat bovenop, en naaien dan zo langzamerhand lapje voor lapje naar de rand. Lopen even tijdelijk voor spot in een natuurgebied met een half-affe hoed, maar ach… je zet gewoon je “wie-kent-m’n-gat”-gezicht op!
En echt, toen ik ‘m af had, was ik superblij met mijn feesthoedje!
Het éne na het andere compliment mocht ik er over in ontvangst nemen, en ECHT WAAR!
Nu draag ik ‘m zelfs in Zeewolde. Als de zon schijnt en de zonfactor is vrij hoog: hoedje op.
Ook al kennen ze me hier, wat kan het mij schelen.
Ik heb mijn feesthoed op.
Alsof het leven feest is.
Feestelijke groetjes, Hilda Wessels