Kleurenspaghetti en hoe een mislukt werk een tweede leven kan krijgen
Blogbericht geschreven door: Jeannette van der Linde
In mijn vorige blog heb ik beschreven hoe ik een foto van een heftige regenbui nog een keer wilde maken na mijn werk voor de Elzas. Bij het werk dat ik had gemaakt liepen de kleuren zo in elkaar over dat het een kleurenspaghetti was geworden. Ik wilde teveel.
Omdat de figuurtjes wel leuk waren wilde ik het toch nog een kans geven door een andere achtergrond te maken. Dus nieuwe stof gekocht, grungestof in dit geval, omdat die mooie structuur heeft en een andere structuur dan mijn zelf geverfde lappen en aan de slag. Ik heb voor grotere, bredere stroken gekozen met ronde randen om het verschil met de figuurtjes te vergroten die in een puntige vorm eindigen. De schets die ik heb gemaakt moest ik goed in de gaten houden tijdens het neerleggen voor de kleurverdeling. Ik legde ook regelmatig de figuurtjes erop om te zien hoe het contrast was.
Figuurtjes er op
Nadat ik tevreden was over mijn ondergrond heb ik hem doorgequilt met diverse patronen. Hierna konden de figuren er op. Toen was er iets aan de hand waar ik niet meteen de vinger op kon leggen, het klopte niet. Je kijkt schuin op je werk omdat het zo groot is en de verhoudingen zijn dan anders. Doordat ik tussendoor telkens foto’s met mijn telefoon neem van mijn vorderingen deed ik dat nu ook en zag je dan ook het meteen: ik had de figuurtjes op z’n kop gezet!
Dan ga je vergelijken: bij de eerste oplossing lopen de figuurtjes naar het onweer toe en bij de tweede oplossing gaan ze naar het licht. Wat is mooier, welke boodschap wil ik meegeven? Ik heb gekozen voor de tweede, ik ben positief ingesteld.
Spaghetti ontrafelt
Nadat de beslissing was gevallen kon ik de figuurtjes verder uitbouwen, de paraplu vervangen omdat die weg liep in de achtergrond en als laatste nog enkele regendruppels toevoegen. Bij de grote paraplu gaan de druppels niet verder, de vrouw blijft droog maar bij de jongen komen de druppels door zijn “paraplu” heen en hij wordt dus nat.
De figuren zijn vast gestikt langs de rand om het contrast naar de zwaar doorgestikte ondergrond sterker te maken en zo is het toch nog een werk geworden waar ik met plezier naar zal kijken. Wat mij betreft is de beweging goed in beeld gebracht, al zal het voor sommigen te ver zijn doorgevoerd. Degene die goed kijkt ziet bijvoorbeeld dat de vrouw geen benen heeft maar die stoorden en zijn niet nodig, je hoofd bedenkt ze er wel bij.
Nu nog een naam. Mijn werk voor de Elzas heet Demi-sec, hoe zal ik deze noemen?
Ik hoop dat u, als lezer, wat gehad heeft aan mijn puzzel. Soms is het belangrijk om afscheid te nemen van het werk dat je hebt gedaan om een nieuwe, betere oplossing te vinden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!